Zorgprogramma: Autismespectrumproblematiek
PEP-Wiersma heeft voor kinderen en jongeren die (mogelijk) een Autismespectrumstoornis (ASS) hebben een training ontwikkeld, die in belangrijke mate steunt op het cognitieve trainingsprogramma ‘De rede van kinderen’. In dit programma volgt uw kind samen met u een traject van intake, onderzoek, behandeling en begeleiding. Kijk voor meer informatie op de pagina over ‘De denkpettentraining’. Kijk voor meer informatie over de kenmerken van autisme op de pagina over autisme.
Wanneer kinderen bij ons komen die (mogelijk) ASS hebben, doorlopen we een aantal stappen. Die stappen bij elkaar worden ‘zorgpad’ of ‘zorgprogramma’ genoemd. De stappen staan hierna uitgelegd.
1. Aanmelding en intake
Meestal meldt een (huis)arts een kind aan bij PEP-Wiersma. Nadat wij het aanmeldformulier en de gevraagde gegevens van u hebben ontvangen, ontvangt u van ons een voorstel met data voor intake, onderzoek én advies. U krijgt vooraf een anamnesevragenlijst en enkele gedragsvragenlijsten toegestuurd, die u ons in principe voor het eerste kennismakings- of intakegesprek retour stuurt. Omdat het van belang is wat de leerkracht op school van uw kind waarneemt, krijgt u tevens enkele vragenlijsten van ons voor de leerkracht van uw kind toegestuurd. Het intakegesprek met de ouder(s)/ verzorger(s) - dus zonder uw kind - is tegelijk het eerste onderzoeksmoment, omdat de ontwikkelingsanamnese wordt afgenomen. Dit gesprek duurt ongeveer twee uur.
2. Onderzoek
Om helder te krijgen wat er met uw kind aan de hand is, maken we aansluitend op de intake (met ‘heteroanamnese’) een start met een aantal onderzoeken van en met uw kind. Het totaal van deze onderzoeken wordt ‘diagnostiek’ genoemd. Deze diagnostiek bestaat uit de volgende onderzoeken, verdeeld over in principe zes afspraakmomenten:
• Een ontwikkelingsanamnese
In het eerste gesprek is de ontwikkeling van uw kind in detail met u doorgenomen. (Hiervoor heeft
u van tevoren een aantal vragenlijsten ingevuld.)
• Een kinderpsychiatrisch en -psychologisch onderzoek
Mede afhankelijk van de reeds verkregen informatie worden door middel van meer specifieke
vragenlijsten bij u en uw kind mogelijke veronderstellingen (‘hypothesen’) nader onderzocht.
De klinisch kinder- en jeugdpsycholoog onderzoekt uw kind door het op twee verschillende momenten
opdrachten (‘taken’) te laten uitvoeren, vragenlijsten te laten invullen, ermee te praten of er eventueel
mee te spelen om een zo volledig mogelijk beeld van uw kind te kunnen krijgen. Er wordt met name gelet
op medische gegevens, gedrag en emotionele ontwikkeling van uw kind, competentiebeleving en
persoonlijkheid.
• Een (neuro)psychologisch onderzoek
Na(ast) onderzoek van de algemene sociaal-emotionele (‘affectieve’) ontwikkeling van uw kind is het van
belang een beeld van de algemene ‘cognitieve’ ontwikkeling van uw kind te krijgen. Middels een
(algemeen) intelligentieonderzoek en een (specifiek) functieonderzoek kunnen sterke(re) of zwakke(re)
kanten van het cognitieve functioneren van uw kind in beeld worden gebracht en gerelateerd worden aan
zowel de sociaal-emotionele ontwikkeling als aan de gepresenteerde angstklachten. Ook taak- en
werkhouding en aspecten van contactgroei kunnen hierdoor beter in beeld komen. Meestal volstaan
hier twee onderzoeksmomenten.
• Een analyse van de schoolinformatie
Analyse van de leerprestaties en het gedrag op school is van belang om de problemen van uw kind
desgewenst in een breder kader te kunnen plaatsen.
3. Rapportage en (behandel)advies
De uitkomsten van de onderzoeken worden in een ‘onderzoeksrapport’ weergegeven, zodat werkwijze (‘methode’) en uitkomsten transparant zijn. De uitkomsten vormen de basis van het advies- of behandelplan van de klinisch kinder- en jeugdpsycholoog. De ouder(s)/verzorger(s) ontvangt/ontvangen de originele versie, met een kopie voor de school. De verwijzend (huis)arts krijgt een kopie van ons toegestuurd. De rapportage bevat verder de volgende informatie:
• De diagnose
Een diagnose is een zo goed mogelijke verklaring van de gepresenteerde klachten of problemen.
Kinderen met ASS hebben bijvoorbeeld contact- en communicatiestoornissen of een sterke weerstand
tegen verandering. Het komt relatief veel voor dat kinderen met ASS een tweede psychiatrische stoornis
of probleem hebben, bijvoorbeeld een angst of depressie. De diagnose van deze stoornissen en
problemen is het uitgangspunt van het behandelplan of -voorstel.
• Een sterkte-zwakte-analyse
We kijken wat (in deze fase) de sterke en minder sterke kanten van uw kind zijn, maar ook van zijn of
haar omgeving. Uw kind is bijvoorbeeld tamelijk nieuwsgierig en enthousiast of mogelijk faalangstig, niet
zo snel van begrip en gauw afgeleid. Vanuit of in zijn omgeving kan het worden het belemmerd doordat
u relatieproblemen hebt, het in een drukke klas zit en nauwelijks of geen vriendjes heeft. Daarentegen kan
het profiteren van een goede band met de leerkracht of met oma of opa. Door de ‘sterke punten’ sterker te
maken en de ‘zwakke punten’ zoveel mogelijk te beperken kan het algemeen welbevinden van uw kind
mogelijk toenemen en kan het eventuele eigen beperkingen mogelijk beter accepteren of hanteren.
• De behandeldoelen
In deze doelen leggen we samen vast wat we met uw kind willen bereiken en op welke termijn. ASS
is geen stoornis die op latere leeftijd vanzelf overgaat. Het is wel mogelijk dat u en uw kind en zijn of
haar omgeving beter leren omgaan met deze vorm van ASS. Hoe goed dit lukt, is afhankelijk van
verschillende factoren, zoals de intelligentie van uw kind, de leeftijd, de sterkte van de omgeving.
Daarom stellen we de doelen van de behandeling daar op af.
4. Resultatenbespreking/ adviesgesprek en behandelovereenkomst
In de resultatenbespreking ('adviesgesprek') krijgt u uitgelegd wat de uitkomsten van de onderzoeksmomenten betekenen. Hierna bespreken we het behandelplan en doen wij een behandelvoorstel. Als u akkoord gaat met dit voorstel sluiten we een behandelovereenkomst en kan de behandeling van start gaan.
5. Behandeling en begeleiding
De behandeling en begeleiding zijn opgenomen in het volgende basisprogramma:
• Psycho-educatie voor u en uw kind (en soms ook aan een leerkracht). Deze psycho-educatie
bestaat uit advies, uitleg en begeleiding.
U krijgt (soms middels een powerpointpresentatie) uitleg over ASS, over de uitkomsten van het
onderzoek en over de betekenis van de ASS op het denken en handelen van uw kind. U krijgt in
6-8 ouderbegeleidende gesprekken van anderhalf uur adviezen voor de aanpak en opvoeding van
uw kind thuis en op school. Dit kan bij voldoende deelname in de avond ook in groepsverband
plaatsvinden (12-14 sessies van twee uur).
• Samen met u wordt een ontwikkelingsprogramma opgezet, waarbij we samen met u en uw kind
kijken hoe zijn/haar ontwikkeling verder kan worden gestimuleerd.
• Voor kinderen van 10-14 jaar werken wij in gemiddeld 10-12 sessies van ca. 45 min. met Mijn plakboek,
een communicatiemiddel waarmee een kind kan laten zien wat zijn sterke en lastige kanten zijn,
wat het fijn vindt van o.a. mensen en ruimtes in zijn omgeving en wat het thuis , op school en ergens
anders zou willen leren. Door na te denken over deze zaken kan een kind meer zelfinzicht ontwikkelen
en gemotiveerd raken ergens aan te gaan werken. De omgeving kan gemakkelijk zien wat het nodig heeft
en zich daaraan aanpassen.
• Met uw kind kan samen met u middels een interactief animatieprogramma voor kinderen van ca. 4-12 jaar,
waarvan ook tieners en volwassenen kunnen profiteren, hulp geboden bij het overwinnen van angsten
en het vinden van oplossingen. De werkwijze is gebaseerd op het programma Kid’s Skills,
een oplossingsgerichte aanpak voor angst- of gedragsproblemen van kinderen.
• Veel kinderen krijgen (cognitieve) gedragstherapie aangeboden in de vorm van het Vriendenprogramma.
Dit is geschikt voor kinderen van 8-12 jaar en voor jongeren van 12-16 jaar. Het programma wordt in
groepsverband gegeven, maar kan ook individueel worden toegepast. Er wordt geoefend met
verschillende technieken om spanning te verminderen. Voor kinderen en adolescenten zijn er
10 wekelijkse bijeenkomsten van 45 à 60 minuten (jongere kinderen met leesproblemen hebben meer
tijd nodig). Daarna zijn er 2 vervolgsessies.
• Soms wordt een cognitieve sociale vaardigheidstraining als vervolg op de psycho-educatie aangeboden,
ofwel in een kleine groep, ofwel individueel. In deze training leert uw kind beter om te gaan met eigen
gevoelens en gedachten en beter met anderen te communiceren. De training is geschikt voor kinderen
van 9-12 jaar. Er zijn 12 wekelijkse bijeenkomsten van ca. 90 minuten. Daarnaast zijn er 2 à 3 (verplichte)
ouderavonden van twee uur. Voor het welslagen van deze training zal vooraf met u gesproken worden
over het belang van uw inzet en betrokkenheid bij de training om succes te kunnen behalen. De training
wordt afgesloten met individuele oudergesprekken, waarin kindspecifieke bevindingen zullen worden
besproken en toegelicht.
Aanvullende behandeling of doorverwijzing
Wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij (ernstige) problemen in de thuissituatie en/of een angststoornis met een tweede (ernstige) psychiatrische problematiek, kunnen we samen besluiten tot:
• uitbreiding van therapie voor u en/of uw kind, zoals gedragstherapie of gezinstherapie;
• uitbreiding van de begeleiding aan u als opvoeder (ouderbegeleiding);
• doorverwijzing voor IPG: intensieve pedagogische gezinsbegeleiding;
• bij een ASS met ernstige angst-, dwang- of stemmingsklachten kan behandeling met medicijnen door
een kinder- en jeugdpsychiater noodzakelijk zijn - een en ander in overleg met u en uw huisarts;
• aanmelding bij een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie voor eventuele behandeling op een
behandelafdeling in een kliniek of deeltijdkliniek.Voor kinderen met ASS wordt tijdens een verblijf in
een behandelgroep veelal gewerkt aan gedrag, sociale ontwikkeling en het versterken van aanwezige
sterke kanten.
Heeft u nog vragen? contactformulier